The Minimalists
Het is een paar jaar geleden. Onze zolder puilt uit. De kinderen zijn nog jong, en groeien rap. Zowel in kledingmaat als qua interesse. Ik heb een kantoor aan huis, een creatieve hobby en mijn man sport graag. Onze zolder is min of meer onbegaanbaar verklaard.
Boeken, kampeerspullen, herinneringen, kindertekeningen, kleding, schoenen, ansichtkaarten, snowboots, kerstspullen, oude kastjes, schilderijen, een paar matrassen en zelfs een sjoelbak.
Nou ja. Ik ben er niet trots op en behoorlijk in de negeerstand. Tot ik op Netflix een documentaire zie van The Minimalists.
En man oh man. Die komt binnen. Want de twee mannen vertellen verhalen over hoe zij zich altijd met spullen omringden, tot ze ontdekten dat die spullen ze niet gelukkig (zelfs ongelukkiger) maakten. Een last op de schouders, al die bezittingen. En die herken ik.
Sindsdien wonen wij in een verre van een minimalistisch huis overigens,. Maar er is wel ruimte ontstaan. Met enige regelmaat declutter ik. Ik geef weg, verkoop, ruim op en maak leeg. In mij huist - zo ontdekte ik sinds die documentaire - een latente minimalist. Want oh, wat ga ik goed op een opgeruimd huis.
Ik vervolg de docu met een serie over Tiny Houses. Om vervolgens af te haken als ik de tip krijg om eens naar Marie Kondo te kijken. Niet mijn ding, zo ontdek ik. Maar er is iets in mij getriggerd. Iets aangezet en wakker gekust.
Dan ontdek ik dat het de onschuldige in mij is. Die verlangt naar eenvoud, zeker in een druk en hectisch bestaan. Die geniet van knisperend vers beddengoed, een heilzame maaltijd, een opgeruimd huis en niets - maar dan ook niets - om mij af te laten leiden van de essentie.
Onschuldigen aller landen, verenigt u.